Genieten
van mooi herfstweer, dat was wat we afgelopen zaterdag konden doen.
Genieten ook van een uitgelezen gezelschap! Eén vrouw, vier mannen, één
reu, vier teven: precies in evenwicht. Zelfs de kleuren hadden dezelfde
verhouding: vier black & tan, één zwart! Wij waren in ieder geval tijdig
afgezakt naar Deigné om, indien noodzakelijk, plaats voor te behouden
voor de andere wandelaars. Een maat voor niets zo bleek want de plaats
van afspraak bleek ingenomen door wat waarschijnlijk de jaarlijkse
topgebeurtenis voor het dorp was: de kermis. Deigné is niet groot en de
straten behoorlijk smal. Wij dus naarstig op zoek naar een plek om alle
wagens bij elkaar te kunnen parkeren. Na wat ronddolen hadden we een
mogelijkheid gevonden, een beetje van het centrum vandaan. Eens we met
Jadzea en Dunja terug in de buurt van de plaats van afspraak stonden,
vonden we toevallig nog een stuk braakliggend terrein waar ook nog een
aantal kermiswagens stonden. Even de wagen ophalen en dan wachten op de
rest. Die lieten zeker niet lang op zich wachten en werden snel naar "de
parking" gestuurd. Bij het weerzien tussen de hondjes, bleek Jadzea een
kanjer van een ochtendhumeur te hebben. Luka, Arie en Jana kregen van
haar enkel dreigend protest te horen. Het kon Arie en Jana zeker niet
deren. Arie omdat hij
zich in leuk gezelschap bevond en Jana
omdat zij het zich toch niet aantrok. Iedereen aanwezig? Vertrekken dan
maar. Gelukkig had Peter voor ons de wandeling al eens verkend want een
aanknopingspunt vinden aan de hand van de beschrijving zou bij het
vertrek al problemen opgeleverd hebben.
Eens we de hoofdweg hadden gekruist, konden we meteen kennis maken met
de landelijke omgeving van Deigné: een harmonisch geheel van agrarische
bezigheid en natuur. Die natuur liet zich nog steeds in haar zomerpracht
bewonderen. Van een vroege herfst nog geen spoor te bekennen. Terwijl
wij onderling wat gesprekken op gang trokken, stoeide de zwarte brigade
om ons heen. Luka en Jadzea lieten Arie steevast weten dat ze niet
opgezet waren met zijn avances maar ja, het zou nog wel even duren voor
die grote beer wat rustiger zou worden. De eerste lus voerde ons een
tijd lang verder weg van Deigné en zorgde vaak voor mooie uitzichten.
Dit alles overgoten met een milde herfstzon. Dat we tijdens dit stuk nog
eens een keer de baan over moesten, namen we er dan ook met plezier bij.
Met een lus van rond de vijf kilometer staan we natuurlijk binnen het
uur terug in Deigné. Tijd om de dorstigen te laven. Of we misschien al
op een terrasje neergestreken waren? Neen, dat was er in Deigné niet
bij. Het zou er anders niet misstaan! Op suggestie van Peter vervolgden
wij (Lianne, Marc (X2) en Ronald) onze weg tot aan de menhir. Nu ja
Menhir? Het leek totaal niet op het beeld dat we hebben van Obelix die
in de strips
vrolijk
met zulk een ding op zijn rug rondstapt. Dit leek meer op een modern
kunstwerk dan op een historische site. Wat wel leuk was aan de plek, was
het feit dat vorige (nachtelijke?) bezoekers een tafelkleed hadden
achtergelaten. Het leek wel een georganiseerde picknick. Zo ver zouden
wij niet willen gaan natuurlijk! De menhir was onze middaghalte, dus
tijd om de innerlijke mens te versterken. Lianne begon meteen een heuse
maaltijd uit te stallen met enkel heerlijk
ruikende en waarschijnlijk ook dito smakende
producten. Onze Hovi's hielden ondertussen ook een pauze, of toch iets
wat er op leek. Jana, jong en minder ervaren, probeerde altijd wel van
iemand aandacht te krijgen. Haar bokkensprongen moedigden dan weer Arie
aan om nog eens langs zijn harem te stappen. (Moeten we nog opmerken dat
hij dan ook weer op zijn donder kreeg?)
Omdat de menhir niet echt op onze
route lag, moesten we na het eten natuurlijk dezelfde weg terug. Dat
ontlokte dan weer plagende opmerkingen van Ronald over de kwaliteit van
dit stukje erfgoed. Eens onze ledematen het tempo opnieuw gewend waren,
werd het al gemakkelijker om de meute te volgen. Naar mate een mens wat
jaren op de teller krijgt, kan hij het recuperatievermogen van zijn hond
alleen maar benijden. Bij hen was nog geen ziertje vermoeidheid te
bespeuren, hoewel Jadzea vanaf dan het zog van Peter verkoos. Wandelen
in de Ardennen betekent natuurlijk dat, wanneer je wat mag dalen, je
meestal ook wat mag stijgen... Na de rust viel dit allemaal nog mee. Na
een steile afdaling en een korte klim, ontmoetten we plots een groep
mountainbikers en lopers. Een
heuse duatlon kruiste ons pad of beter: wij liepen hen tegemoet. Geen
geruststellende gedachte maar blijkbaar vonden onze hondjes het niet de
moeite om die rare snuiters wat aan te moedigen.
Voor ons was het nu een stuk afdalen tot in
de vallei. Het gaf ons in ieder geval de tijd om wat op adem te komen en
zelfs af en toe nog wat te vertellen. Natuurlijk kon die pret niet
blijven duren. Naar het einde van de wandeling zaten nog wat hellingen
verdoken die we hoe dan ook over moesten. Eentje was wel een echte
knoeselbijter en net op dat moment moest Marc de rol lossen. Wat
geplaagd door krampen liet hij het gezelschap rustig uitlopen. Beter
niks forceren! Terwijl hij met een enigszins verkrampte snoet puffend en
hijgend boven kwam, stonden de vrienden hem op te wachten. Blijkbaar was
het niet alleen voor hem stevig geweest want bijna iedereen was wel wat
rood aangelopen van de inspanning. Dat geeft een mens dan weer dat
tikkeltje moed en kracht om rustig de weg te vervolgen. Bospaden losten
holle wegen al de hele tijd af. Een biotoop dat overigens elk seizoen
wel wat te bieden heeft aan natuurschoon. Na een zoveelste kronkel en
afdaling, bereikten we opnieuw de grens van Deigné. Nu we weer door de
straten wandelden, bleek de zon nog voldoende kracht te bezitten om de
boel behoorlijk op te warmen. Dat merkten we voornamelijk aan onze
lieverdjes die nu meer begonnen te hijgen dan voorheen. Lang hoefden ze
dit echter niet meer uit te houden want weldra stonden we opnieuw in het
centrum van dit charmante dorpje.
Bleek
dat ondertussen ook de kermis op gang getrokken was hoewel er van
publiek nauwelijks sprake was. Of er misschien al iets te drinken viel?
Pech! Vanaf vijf uur zou er opnieuw getapt worden. Dat was nog een paar
uur wachten. Te lang, dus nadat we eerst onze Hovawartjes uitgebreid de
kans gaven zich te laven aan de dorpsbron, zochten we met enige spijt
andere oorden op. Langs een drukke
baan hadden we voor onze aankomst nog enkele zaken gezien die ons konden
voorzien in onze noden. Hoe de zaak noemde waar het gezelschap
neerstreek, moeten we jullie helaas schuldig blijven. Het was er in
ieder geval aangenaam vertoeven en onze viervoeters werden er enkel met
bewondering bekeken. Die viervoeters kozen elk hun plekje om na te
genieten van deze wandeling. Omdat iedereen nog een behoorlijke weg
huiswaarts af te leggen had, bleef dit gezellig samenzijn eerder beperkt
in tijd. Gelukkig misschien voor Ronald want die stond erop om de
rekening te betalen. Even slikken toen we het bedrag hoorden en we
hadden zelfs geen drie consummaties per persoon genomen... Wie zei er
dat Wallonië goedkoper was dan Vlaanderen??
De balans van onze wandeling? Dit was nog
eens een keertje genieten! Hovawartinfo op zijn best: aangenaam weer,
vrolijke honden, meer dan prettig gezelschap en een prachtig landschap.
Wie er niet kon bij zijn mag nu wel zitten nagelbijten maar niets kan
hen er van weerhouden er een volgende maal weer bij te zijn!
Wij bedanken in ieder geval Lianne, Marc en
Ronald voor hun deelname.
|